V. ONDERWIJSKUNDIGE SPEERPUNTEN
Op het Johan de Witt-gymnasium volgen de leerlingen in klas 1 een module genaamd ‘JdW-uren’. Met deze JdW- uren kiest de school voor verbreding: er zullen onderwerpen aan bod komen die niet binnen de reguliere lessen vallen. In het schooljaar 2019-2020 zijn dat Chinees, Russisch, programmeren, fotografie, toneel, dans, wandklimmen en spelen in een band.
Verder is het mogelijk om het verrijkingsprogramma Cambridge Engels te volgen, waarbij de leerlingen in de klassen 1 t/m 5 opgeleid worden voor de hoogwaardige FCE-, CAE- en CPE-diploma’s.
Vanaf het schooljaar 2019-2020 wordt in het 3e leerjaar ook het verrijkingsprogramma DELF (Diplôme d’Etudes en Langue Française) aangeboden, waarbij deelnemende leerlingen een examen kunnen afleggen om een erkend certificaat voor het vak Frans te behalen.
Na een periode waarin de maatschappelijke stage voor alle leerlingen in het voorgezet onderwijs in Nederland wettelijk verplicht was, heeft het Johan de Witt- gymnasium ervoor gekozen om deze stage – ondanks het vervallen van deze verplichting – te continueren. Het is een stage van in totaal 20 uur, die door leerlingen van leerjaar 3 gedaan moet worden in een organisatie ‘buiten de eigen leefwereld’ van de leerling. De organisatie moet op een ‘non-profit’ basis werken. Stichtingen en vrijwilligersorganisaties vallen bijvoorbeeld onder deze categorie. Voorafgaand aan de echte stage-uren worden vier klassikale lessen gegeven waarin de leerlingen voorbereid worden op de stage. Na die lessen krijgen de leerlingen een reader met tips en eisen. Een van de eisen is dat iedere leerling na de stageperiode een verslag moet inleveren. De stage vindt plaats binnen onderwijstijd, maar buiten het lesrooster. Van de leerlingen wordt eigen initiatief verwacht (bijvoorbeeld het zoeken van een stage adres, zelf contact opnemen met de stagebieder, etc.). Vooral de stagecoördinator, maar ook de mentoren zullen de leerlingen begeleiden waar dat nodig is.
Naast de reguliere lessen zijn er voor een viertal vakken practicum-uren ingeroosterd (scheikunde, natuurkunde, biologie en beeldende vormgeving). In deze uren kunnen de leerlingen in verschillende werkruimten onder begeleiding van de docent of technisch onderwijsassistent aan hun opdrachten werken.
Voor het vierde leerjaar is door docenten van de school het vak onderzoeksvaardigheden ontwikkeld. Bij dit voor alle leerlingen verplichte vak worden de leerlingen wegwijs gemaakt in het goed en verantwoord kunnen uitvoeren van onderzoek. Hiermee worden zij goed voorbereid op het profielwerkstuk later in de bovenbouw en leggen zij ook een fundament voor het kunnen opzetten en uitvoeren van onderzoek in hun vervolgopleidingen.
In de loop van de schoolcarrière zal er een verschuiving plaatsvinden van begeleid naar geleid leren. In klas 1 en 2 zal het accent liggen op kennismaken, leren plannen en organiseren onder begeleiding van mentoren. In klas 3 ligt het accent op de voorbereiding op de profielkeuze en in klas 4 op het opstarten van een deel van het examenprogramma van het PTA onder begeleiding van de mentoren en de decaan. In klas 5 en 6 zal de nadruk liggen op het zelfstandig afronden van PTA’s, het uitvoeren van een profielwerkstuk en het oriënteren op een vervolgstudie, onder begeleiding van een docent en de decaan.
De leerlingen hebben een zekere vrijheid in het plannen van hun werk, maar moeten daarbij wel voldoen aan de eisen van het studieprogramma. De docent heeft een sleutelrol door het opstellen van het studieprogramma, het verzorgen van de lessen en de begeleiding van de practicumuren.